1. Leg je spullen op tijd klaar.
Enige dagen voor de wedstrijd leg je al je spullen klaar en doe dit in verschillende pakketten. Zorg ook voor een checklist waar alle spullen die je nodig kan hebben op vermeld staan. Begin met aparte pakketten voor elk onderdeel. Ik gebruik daarvoor altijd een set oude wedstrijdzakken. Stop daarin alles, dus ook de voeding en spullen die je nodig hebt in de wisselzone, bijvoorbeeld vaseline en bescherming tegen de zon.
Zorg er ook voor dat je fiets een paar dagen voor de wedstrijd helemaal klaar staat. Goed gepoetst, alles gesmeerd en alle onderdelen gecontroleerd zodat je zeker weet dat er niets kapot is. Je hebt dan nog de tijd om dit te repareren. Kijk zeker goed naar de banden, oude slechte banden is vragen om problemen tijdens een race.
2. Eet goed maar doe geen gekke dingen.
Vaak weten atleten niet wat ze het beste kunnen eten op de wedstrijd dag. Ga geen rare dingen doen of volg adviezen op van andere atleten als je ze niet van te voren getest hebt. Hiervoor kan een lange trainingssessie heel geschikt zijn. Doe dan op de wedstrijddag hetzelfde. Eet wat je normaal dan ook zou eten.
3. Zorg ervoor dat je de routes kent.
Laat je race niet mislukken doordat je plots geconfronteerd wordt met een zware beklimming of doordat het toch meer rondes zijn als je verwacht had. Bestudeer dit van te voren en indien mogelijk verken dan de route.
4. Verpruts je wissels niet.
Allereerst vergeet je startnummer niet want dan is het lastig om je spullen te vinden na het zwemmen en fietsen. Plan dan de routes die je in de wisselzone moet lopen. Tel het aantal fietsenrekken zodat je bij het juiste rek je fiets kan vinden. Hangen de wisseltassen aan een rek dan geldt hier hetzelfde. Gebruik ook andere zaken als oriëntatie punten, zoals reclameborden en bomen.
Pak je tassen goed in of leg de spullen bij je fiets zoals je normaal doet zodat je snel de juiste spullen kunt pakken. Laat je de fietsschoenen aan de pedalen vastzitten dan oefen van te voren hoe je ze aan- en uittrekt zodat dit goed gaat en je niet valt.
5. Zorg voor een plan.
Voor de start van een wedstrijd heb je een plan opgesteld en je race ingedeeld. Houd je hieraan en ga geen gekke dingen doen. Als je 30 km/h gemiddeld kunt fietsen dan is 34 km/h gemiddeld een garantie voor een mislukte wedstrijd. Blijf jouw tempo’s zwemmen, fietsen en lopen en zit er iets meer in dan is dit mooi meegenomen. Dit geldt natuurlijk ook voor je drink- en voedingsplan.
6. Drink en eet voldoende.
Drinken en eten is van groot belang en zeer zeker in de juiste hoeveelheden. Je kunt in de vorm van je leven verkeren maar als je niet voldoende eet of drinkt zal het resultaat belabberd zijn en dat is zonde van al je trainingsarbeid. Hoeveel je moet eten en drinken lees je hier.
7. Zoek contact met het publiek.
Een high five met kinderen, bedankjes voor vrijwilligers en het groeten van bekenden kunnen je een flinke energie stoot geven wat je zal helpen op de moeilijke momenten.