Zijn snelheidstrainingen echt noodzakelijk voor hardlopers? Dat is een vraag die menigeen zichzelf en anderen al eens eens gesteld zal hebben. Er zijn lopers die het heerlijk vinden om eens flink diep te gaan en de pijn hiervan prettig en noodzakelijk vinden. Anderen gaan liever een flink stuk lopen in duurloop tempo’s en vinden dit heerlijk om te doen. Voor hun hoeft het snelheidswerk niet echt. Toch zal het ook deze groep lopers goed doen om regelmatig snelheidswerk te doen zeker als men daarbij ook marathons of andere langere afstanden aflegt.
Het verbetert je loopeconomie en zorgt ervoor dat je minder zuurstof verbruikt als je op een bepaalde snelheid gaat lopen. Daarbij verbetert het ook de neuromusculaire (dit is de communicatie tussen je hersenen en je spieren) aansturing van je spieren en maakt het je sterker. Je spieren worden hierdoor beter aangestuurd en dit kan dan ook langer volgehouden worden. Dit werkt ook nog eens blessure verminderend. en verbetert je coördinatie.
Je beschikt over verschillende soorten spiervezels en door deze allemaal goed te ontwikkelen ga je veel beter lopen. De langzaam samentrekkende spiervezels zijn normaal goed doorbloed maar zijn langzamer in het bereiken van hun piekkracht en kunnen daarbij niet zoveel kracht ontwikkelen als de snelle spiervezels maar ze kunnen het wel lang volhouden en dit is natuurlijk prettig tijdens de lange duurlopen en wedstrijden. De snelle spiervezels hebben wel meer kracht en kunnen het de piekkracht wel snel bereiken. Ze worden natuurlijk wel veel sneller moe. Ze worden dan ook alleen maar aangesproken door het lichaam als er een krachtsexplosie plaats moet vinden.
Langeafstandslopers zullen tijdens hun trainingen deze snelle spiervezels dan ook nauwelijks aanspreken en juist heel veel gebruik maken van de langzame spiervezels. Klinkt logisch en waarom zou je dan de snelle spiervezels gaan trainen als je ze toch nauwelijks gebruikt en een marathon is geen sprintwedstrijd. Maar toch zouden ze getraind moeten worden omdat je ze goed kunt gebruiken tijdens langere wedstrijden. Als de langzame spiervezels vermoeid raken kun je deze snelle spiervezels gaan aanspreken en dan is het prettig als je ze getraind hebt zodat je ze ook daadwerkelijk goed kan gebruiken. Hoe meer spiervezels je ter beschikking hebt hoe beter je prestatie zal zijn. Zeker boven de 30km tijdens de marathon kunnen ze dan ingezet worden om een hogere snelheid aan te kunnen houden en er eventueel nog een eindsprint uit te kunnen persen in plaats van steeds verder in te zakken.
Zeker de oudere lopers zullen door het doen van voldoende snelheidstrainingen beter blijven lopen. De aansturing van de spieren blijft beter getraind en men voorkomt hierdoor krachtverlies. Dit verbetert ook de looptechniek en hier is iedere loper bij gebaat. Meer kracht betekent een betere loopmechanica en dit verbetert je landing- en afzetkracht en uiteindelijk verbruik je hierdoor minder zuurstof tijdens het lopen en dat je hierdoor later vermoeid raakt is zeer zeker van belang voor een goede prestatie. Een fijne bijkomstigheid is natuurlijk ook dat je door snelheidswerk leert om wat dieper te gaan en dit geeft je mentaal ook een voordeel.
Laat snelheidstraining daarom altijd deel uitmaken van je trainingen. De hoeveelheid is natuurlijk afhankelijk van je behoefte hieraan en de soort van wedstrijden die je loopt. Liefhebbers van kortere wedstrijden moeten dit natuurlijk meer trainen als een marathonloper. Je kunt ze als aparte trainingen uitvoeren maar ook inbouwen in je overige trainingen. Doe bijvoorbeeld maar eens een aantal heuvelsprietjes tijdens een duurloop of een aantal sprints van zo’n 10 tot 15 sec op het einde van een duurloop hier zul je zeer profijt van hebben.