Belangrijk bij het herstellen is het aanvullen van de verbruikte energievoorraden, het herstellen van het beschadigd spierweefsel en zorgen voor een snel en goed herstel. Dit zijn belangrijke zaken na een training die eigenlijk gezien mogen worden als een onderdeel van de training, zodat een volgende training effectief afgewerkt kan worden. Vaak denken sporters hier nog te gemakkelijk over. Trainen maakt je immers beter en hard en veel trainen nog veel meer is de gedachte van veel sporters maar juist het goed herstellen van een training of wedstrijd maakt je beter. Het maakt niet uit hoe lang of hoe hard je traint, de mate van herstel bepaalt het effect hiervan. Een goed hersteld lichaam is veel fitter en kan weer een effectieve training naar een goed einde brengen. Simpel gezegd; hoe langer en zwaarder de training hoe langer het herstel zal moeten zijn. Je moet je lichaam de kans geven om alles weer in orde te krijgen en er ook sterker van te worden.
Hoe moet dit aangepakt worden, wat moet ik eten of drinken zijn veel gestelde vragen over het herstel. Belangrijk bij het herstel zijn natuurlijk koolhydraten en eiwitten, maar ook de manier van trainen.
De beschadigingen van het spierweefsel kunnen goed worden hersteld door middel van eiwitten en tevens zorgen de eiwitten voor de aanpak van nieuw spierweefsel waardoor je sterker wordt. Na een stevige training is het goed om zo’n 30 gram eiwitten te nuttigen om een goed herstel te hebben. Terwijl na een rustige training minder eiwitten ook voldoende zal zijn.
Koolhydraten zijn de brandstof voor ons lichaam. Het glycogeen zoals deze voorraad ook genoemd wordt is opgeslagen in de spieren en zorgt ervoor dat je inspanningen kan leveren. Deze wil je na een training natuurlijk meteen aanvullen voor de volgende training. Dit zorgt voor betere spierprestaties en herstelt ook je immuunsysteem wat erg belangrijk is om niet ziek te worden. Zo’n 0,5 tot 2 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht is een prima hoeveelheid. Ga je langere trainingen doen dan mag het ook meer zijn. Het aanvullen gebeurt overigens niet volledig meteen na een training maar neemt langere tijd in beslag. Blijk daarom regelmatig koolhydraten eten om de glycogeen hoeveelheid weer volledig aan te vullen.
Let hierbij op dat als trainingen elkaar snel opvolgen je er natuurlijk voor moet zorgen dat je sneller aanvult zodat je de volgende training weer goed kunt volbrengen.