Het vinden van het juiste looptempo in een wedstrijd is erg lastig. Zeker voor recreanten is dit niet gemakkelijk. Zij doen vaak minder wedstrijden als de profs en krijgen daardoor minder snel een goed gevoel hiervoor. Vaak komt men van de fiets af en start te snel waardoor de prestatie tegen het einde van een triathlon een stuk minder zal worden.
Het beste is het om een zo vlak mogelijk tempo te gaan lopen tijdens een wedstrijd. Dat betekent dat je moet inschatten welk tempo er mogelijk is op dat moment waarbij zeer zeker de omstandigheden tijdens een triathlon van belang zijn.
Hierbij kun je zeker gebruik maken van je hartslag om een goede inschatting te maken. Je weet immers je hartslagen tijdens de trainingen en mogelijk ook door een goede inspanningstest. Dit goed te trainen door op een atletiekbaan te gaan lopen en dan weliswaar het sporthorloge te gebruiken maar er niet op te kijken tijdens het lopen en alleen maar uit te gaan van het gevoel dat men heeft. Na elk tempo dan wel even kijken of je gevoel klopt met je horloge.
Sportwetenschappers hebben dit natuurlijk onderzocht waarbij men gekeken heeft of een 5% sneller-, een constant- of een 5 of 10% langzamer tempo op de eerste loopkilometers tot een betere totaal prestatie zou voeren. De uitkomsten gaven aan dat de 5% snellere start een langzamere eindtijd tot gevolg had en de andere drie tempo’s tot een snellere eindtijd. Dit was zelfs tot drie minuten sneller op een 10km loop.
Het juiste looptempo is dus van belang voor een goede looptijd. Als er sprake is van een tactische loop door wedstrijd triatleten dan hoeft dit dus niet te kloppen, maar voor recreanten zal een constantere loopsnelheid en de rustigere start zeker tot goede resultaten kunnen leiden zeker als hierdoor ook het gevoel een stuk beter is.